Summary

Citations

• F. 61,79
• BvdH p201
• Osterhoff p144

Testing

(->> "u heeft u nodig" parse (map dag_unify.serialization/serialize) set vec (map dag_unify.serialization/deserialize) (map #(u/get-in % [:reflexive?])) (map u/pprint))
(->> "u heeft u nodig" parse (filter #(= (u/get-in % [:reflexive?]) false)) (map #(u/get-in % [:reflexive])))

True Reflexive verbs

zich afvragen

...

Non-true reflexive verbs

Non emphatic

zien

nl	en
ik zie me	I see myself
je ziet je	you (informal) see yourself
hij ziet zich	he sees himself
ze ziet zich	she sees himself
u ziet u	you (formal) see yourself, you (formal) see yourselves
u ziet zich	you (formal) see yourself, you (formal) see yourselves
wij zien ons	we see ourselves
jullie zien je	you (informal,plural) see yourselves
ze zien zich	they see themselves

hebben nodig

nl	en
ik heb me nodig	I need myself
je hebt je nodig	you need yourself
hij heeft zich nodig	he needs himself
ze heeft zich nodig	she needs herself
u heeft u nodig	you need yourself, yourselves
u heeft zich nodig	you need yourself, yourselves
wij hebben ons nodig	we need ourselves
jullie hebben je nodig	you need yourselves
ze hebben zich nodig	they need themselves

Emphatic

zien

nl	en
ik zie niet Ina maar mezelf	I see not Ina but MYSELF
je ziet niet Ina maar jezelf	you see not Ina but YOURSELF
hij ziet niet Ina maar zichzelf	he sees not Ina but HIMSELF
ze ziet niet Ina maar zichzelf	she sees not Ina but HERSELF
u ziet niet Ina maar zichzelf	you see not Ina but YOURSELF,YOURSELVES
wij zien niet Ina maar zien onszelf	we see not Ina but OURSELVES
jullie zien niet Ina maar jezelf	you see Ina but YOURSELVES
ze zien niet Ina maar zichzelf	they see not Ina but THEMSELVES

parse tree

[s .ik +[vp +zie [conjp [negp +niet .Ina] +[conjp-bar +maar .mezelf]]]] [s .I +[vp +see [conjp [negp +not .Ina] +[conjp-bar +but .MYSELF]]]]

hebben nodig

nl	en
ik heb niet Ina maar mezelf nodig	I need not Ina but MYSELF
je hebt niet Ina maar jezelf	you need not Ina but YOURSELF
hij heeft niet Ina maar zichzelf	he needs not Ina but HIMSELF
ze heeft niet Ina maar zichzelf	she needs not Ina but HERSELF
u heeft niet Ina maar zichzelf	you need not Ina but YOURSELF,YOURSELVES
wij hebben niet Ina maar onszelf	we need not Ina but OURSELVES
jullie hebben niet Ina maar jezelf	you need not Ina but YOURSELVES
ze hebben niet Ina maar zichzelf	they need not Ina but THEMSELVES